In de winter betaalt het UWV het personeel van Transavia
Recent onderzoek door Follow the Money heeft onthuld dat Transavia een opmerkelijke constructie hanteert waarbij cabinepersoneel jaarlijks zes weken een WW-uitkering ontvangt, terwijl ze formeel in dienst blijven. Deze zogeheten 46-6-constructie houdt in dat medewerkers 46 weken per jaar werken en vervolgens zes weken 'vakantie' hebben, gedurende welke ze een WW-uitkering ontvangen die 100% van hun salaris dekt. Ondertussen behouden ze hun reguliere vakantiedagen voor de weken dat ze wel werken.
Deze regeling, die sinds minstens 2014 van kracht is, wordt momenteel door 300 tot 400 medewerkers gebruikt en levert Transavia een jaarlijkse besparing van ongeveer 1,5 miljoen euro op. Het UWV heeft aangegeven dat het ontbreken van een arbeidscontract geen harde voorwaarde is voor het ontvangen van een WW-uitkering en dat Transavia gebruikmaakt van een bestaande regeling voor werkgevers die tijdelijk geen werk kunnen bieden.
Opvallend is echter dat Transavia tijdens de wintermaanden, wanneer deze regeling van kracht is, nog steeds vluchten aanbiedt naar zowel zonnige als wintersportbestemmingen. Desondanks kiest het bedrijf ervoor om het cabinepersoneel in deze periode vrij te roosteren, waarbij de kosten worden afgewenteld op het UWV.
Experts hebben kritiek geuit op deze constructie. Ton Wilthagen, hoogleraar aan de Tilburg University, noemt de regeling 'uitzonderlijk en merkwaardig', terwijl Harald Buijtendijk, senior onderzoeker toerisme aan hogeschool BUas, de constructie 'sneu' en 'onethisch' vindt.
Voor werknemers is de regeling aantrekkelijk vanwege de gegarandeerde zes weken vrij rond kerstmis, zonder verlies van inkomen of vakantiedagen. Echter, bij ziekte kunnen problemen optreden, aangezien Transavia en het UWV naar elkaar wijzen over wie verantwoordelijk is voor het doorbetalen van inkomen, wat kan resulteren in zes weken zonder loon of uitkering.
Het UWV heeft aangegeven dat het niet kan controleren of Transavia ten onrechte gebruikmaakt van de regeling, terwijl Transavia benadrukt dat de constructie voldoet aan de wetgeving en is vastgelegd in de cao na overleg met de bonden.
Deze situatie roept vragen op over de ethiek en rechtvaardigheid van dergelijke constructies, vooral wanneer publieke middelen worden ingezet om seizoensgebonden fluctuaties in de luchtvaartsector op te vangen.